Dreadlocks, vlasbaardje, piercings in oren, neus en lip. Hij draagt vettige kleren, een oude plunjezak en een gitaar.
Ik zie hoe sommigen de vrije zitplaats naast zich blokkeren met hun tas. Maar hij vindt een plaatsje en gaat zitten, en iedereen denkt : gelukkig, niet naast mij.
De jongen stemt zijn gitaar en begint te spelen en te zingen. Eerst zachtjes maar geleidelijk steeds harder en luider.
Hij speelt zo mooi dat de passagiers elkaar gaan aankijken en goedkeurend knikken en glimlachen. Een meisje herkent een liedje en neuriet mee, enkele mensen beginnen aarzelend en zachtjes mee te zingen. Geen passagier die nog stuurs kijkt.
Als de jongen een eind verderop weer uitstapt is er niemand die applaudiseert maar ieders dag kan niet meer stuk.
Met vlotte passen loopt hij weg richting het asielzoekerscentrum waar hij als vrijwilliger muziekles geeft.
© 2001 - 2099 ✅ (alvast)